’s Avonds drinken Ronald en ik thee als we zitten te Netflixen. Zo komen er dagelijks minstens twee theezakjesvragen voorbij. De levensvragen voor een goed gesprek zijn inmiddels op, maar ik ben zo gewend geraakt aan het beantwoorden van vragen dat ik de tea topics maar weer oppik. Er zit er altijd wel eentje bij die me niet doet denken aan eerder beantwoorde levensvragen.
De vraag op de foto hierboven vind ik wel leuk. Want ik moet gelijk vrij ver terug in de tijd. Mijn ouders drongen er niet op aan dat hun kinderen een bijbaantje namen. Als puber heb ik dus geen bollen gepeld of kranten rondgebracht. Sterker nog- ik heb voordat ik een echte baan kreeg slechts twee keer twee uur gewerkt.
Het zusje van een vriend was ziek en toen werd er iemand gezocht die kon inspringen. Het baantje: tomaten in een soort trechter gooien. Hoeveel per keer ben ik na al die jaren natuurlijk vergeten. Maar ik denk dat het gewicht ongeveer een kilo moest zijn. Aan het eind van de trechter zat een mevrouw die de tomaten opving in een zakje dat vervolgens dichtgemaakt werd.
Volgens mij verdiende ik iets meer dan vijf gulden per uur en mij viel dat niet tegen. Geen wonder dat het zusje haar bijbaantje zo snel mogelijk opeiste toen ze eenmaal beter was. Bijzonder rijk ben ik er dus niet van geworden en van de verdiensten kocht ik waarschijnlijk make-up of broodjes kroket.
Vind het leuk, die vragen op de zakjes..5 gulden was best veel, voor die tijd.
Zo vond ik het leuk om weer terug te denken aan dat eerste bijbaantje dat maar vier uur geduurd heeft 🙂