
De bontjas hebben we niet aangetroffen in de kledingkasten toen we obs ouderlijk huis leeg moeten ruimen. Hoogstwaarschijnlijk heeft de bontjas mij niet overleefd. In slopen ben ik altijd goed geweest. Best wel zonde, want ik denk dat mama wel blij was met die jas. Misschien dacht ze wel dat het een wetsruk zou blijken te zijn.
Zou ik die bontjas nu nog dragen? Zelfs niet als ‘ie zwart was geweest! Aan de andere kant: toen ik die in de inloopkast gevonden rieten mand ging vullen met sjaals, poncho’s en omslagdoeken, kwam ik nog wel meer winteraccessoires tegen. Zoals een muts en een mofje. Misschien wel van echt bont. Die mof zeker wel.
Het ding is zo lekker warm dat ik ‘m hou. Daarnaast is het ding hartstikke vintage dat ik ermee kan leven. Van de muts weet ik niet of er een dier dood voor is gemaakt. In ieder geval is dt ook een oudje. Misschien moet ik me schamen dat ik bij extreme kou bont draag. In ieder geval zal ik mijn erfgenaam de opdracht geven die spullen weg te gooien.
Tweede hands jas werd gezegd…
Ik koop bijna alleen mar tweedehands. Maar geen bont meer!