Toen ik bovenstaande foto maakte, koesterde ik de hoop dat het voorjaar snel zou aanbreken. Want ik liep met mijn jas open en Dotje liep op het grasveld tussen de madeliefjes. Dat was twee dagen geleden en straks trek ik mijn winterjas maar weer aan. Nu heb ik zeker geen hekel aan de koude jaargetijden, maar ik vind het wel jammer dat ik Dotje bij thuiskomst goed moet afdrogen en schoonmaken. Ze is er inmiddels goed aan gewend en ze blijft netjes stilstaan als ik in de weer ben met een handdoek.
De laatste tijd begint de pijn om het verlies van BAM en mama flink aan me te klagen. In het begin had ik het te druk met het afscheid, nu komen er steeds meer momenten waarop ik die twee ontzettend mis. Dan wil ik het liefst een potje janken. Maar daar schiet ik natuurlijk niets mee op. Op zulke momenten ben ik weer dankbaar dat Dotje naast me ligt. Als ik haar vasthou, voel ik de pijn minder worden. Want ik moet voor haar zorgen. En zij zorgt op haar manier ook voor mij.
Ja wat moet je ermee, hè..eigenlijk moet je gewoon een potje gaan janken, want het moet er toch uit..en Dotje is een liefdevolle pleister!
Als ik het kan, zal ik het doen!
Dat potje janken gewoon doen, hoort er bij, lekker laten gaan
En daarna je hoofd leeg maken door een fijne wandeling met Dotje.
Ik ga het proberen!
Niet weg stoppen. Gewoon ff een potje janken en dan met Dotje naar buiten. Je hebt nog geen tijd gehad om te rouwen. Het lucht op!
Dat zou ik een ander ook aanraden. Maar ik kan het nog niet. Toch moet het eens gebeuren, dat snap ik wel.